
SANGUINE/BLOEDROOD
Luc Tuymans on baroque - M HKA, Antwerpen
01.06–16.09.201
M HKA
Leuvenstraat 32, 2000 Antwerpen
dinsdag tem zondag 11-18u / donderdag 11-21 u
www.muhka.be
Kunstmagazine participerende kunstenaar Antoon van Dyck

Zhang Enli, Container 1 container 2, 2008 -2007, 100 x 100 cm, Oil on canvas
Courtesy of the artist
Tijdens het culturele stadsfestival ‘Antwerpen Barok 2018. Rubens inspireert’ plaatst Luc Tuymans de geest van de barokmeesters tegenover de visie van hedendaagse topkunstenaars. De tentoonstelling werd door de kunstenaar samengesteld voor het M HKA (het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen) en de Fondazione Prada. Met de tentoonstelling Sanguine/Bloedrood, wil curator Luc Tuymans de bezoeker overweldigen door sleutelwerken uit de barok van onder anderen Francisco de Zurbarán, Caravaggio en Anthony van Dyck in dialoog te plaatsen met werk van klassieke hedendaagse meesters, zoals On Kawara en Edward Kienholz, aangevuld met werk van hedendaagse sterren zoals Zhang Enli, Takashi Murakami, Michaël Borremans, en Tobias Rehberger. Curator Luc Tuymans haalt via uitzonderlijke bruiklenen nationale en internationale topstukken naar Antwerpen. Een selectie werken van het KMSKA, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, die dé collectie Vlaamse barokkunst in Antwerpen beheert, kon hierbij niet ontbreken. Sanguine/Bloedrood is een visueel weelderige en uitdagende tentoonstelling die oude meesters binnen brengt in de experimentele ruimten van hedendaagse kunst.
Het M HKA vroeg Luc Tuymans om zijn visie op barok te geven. Hij laat alle stof van de term wegwaaien, en gaat terug naar de intensiteit en intelligentie van de praktijk.
Carla Arocha - Stéphane Schraenen, Circa Tabac, 2007, Mirror and steel structure, 1400 cm x 150cm - Courtesy
Courtesy Carla Arocha - Stéphane Schraenen
Als tentoonstellingstitel koos Tuymans het evocatieve, poëtische Sanguine/Bloedrood – als een energiestroom van leven en dood. Het uitgangspunt is om de spanning tussen topwerken uit de barokperiode en hedendaagse meesters te onderzoeken, om zo de brug te slaan tussen oude en hedendaagse kunst. Beide tijdsperiodes roepen een gevoel van overweldiging op, maar ook van herkenbaarheid. En het is net die ambitieuze en ambivalente dialoog die van Sanguine/Bloedrood een uiterst relevante tentoonstelling maakt, als visualisatie van tijdsgewrichten die zowel positief als negatief naar verleden, heden en toekomst keken.
Edward Kienholz, Five Car Stud, 1969-1972, Installation
Collezione Prada, Milano, Courtesy Fondazione Prada
Het sleutelwerk uit de tentoonstelling is Five Car Stud, een recent opgedoken meesterwerk van Edward Kienholz, dat voor het eerst tentoongesteld werd tijdens de legendarische documenta 5 van Harald Szeemann in 1972. Daarna verdween het werk ruim veertig jaar in de opslagruimte van een Japanse verzamelaar. Nu maakt het deel uit van de Collezione Prada in Milaan. Met akkoord van de Fondazione Prada – die in oktober van dit jaar een tweede versie van Sanguine/Bloedrood zal tonen in Milaan – en van Nancy Reddin Kienholz, wordt Five Car Stud in een unieke en eenmalige presentatie getoond: in een koepeltent op de Gedempte Zuiderdokken, teruggekatapulteerd in het leven.
De grote sculpturale installatie toont de executieachtige castratie van een jonge Afro-Amerikaan in het Zuiden van de VS als represaille voor vermeende seksuele betrekkingen met een blank meisje.
Five Car Stud dompelt de bezoeker onder in een nachtmerrie van extreem geweld. Na bijna vijftig jaar, (Five Car Stud werd gecreëerd tussen 1969 en 1972) heeft het werk nog niets van zijn expressieve kracht, krachtige symboliek en urgentie verloren.
De verrassende keuze van Luc Tuymans brengt topwerken uit de schone kunst en de hedendaagse kunst samen in een mentale ruimte: de aandachtswereld van een kunstenaar. Tuymans, zelf een figuratief schilder die er voortdurend naar streeft de traditionele grenzen van zijn praktijk uit te breiden, kiest bewust om Sanguine/Bloedrood niet op te bouwen als een kunsthistorisch, canoniek overzicht, maar volgens een geheel eigen invulling. De intensiteit van het beeld staat centraal, de artistieke daadkracht en de blik van een maker die naar andere makers kijkt.
Op die manier ontstaat een associatief proces, niet-lineair, zoekend naar nieuwe verbanden tussen oude en nieuwe meesters, tussen heldere werken en potentiële werken – of het ‘heroverwegen’ van werken –,Sanguine/Bloedrood wil niet compleet zijn, en laat bewust hiaten.
De tentoonstelling Sanguine/Bloedrood is een gezamenlijke organisatie van het M HKA (Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen), Studio Luc Tuymans en het KMSKA (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, gesloten voor renovatiewerken), de Stad Antwerpen en de Fondazione Prada. Volgend op de Antwerpse editie wordt in Milaan, in de ruimte van de Fondazione Prada, een nieuwe versie van de tentoonstelling getoond van oktober 2018 tot februari 2019.
Fred Bervoets, De gezegende Nederlaag 1971, Oil on canvas 237 x 275 cm
Private Collection, Dendermonde
Sanguine/Bloedrood toont werk van John Armleder, Carla Arocha & Stéphane Schraenen ,Fred Bervoets, Michaël Borremans, Mike Bouchet, Navolger van Adriaen Brouwer Caravaggio, Berlinde De Bruyckere, Tierry De Cordier, Cornelis De Vos, Francisco de Zurbarán, Lili Dujourie, Marlene Dumas, Zhang Enli, Jan Fabre, Lucio Fontana, Marcel Gautherot, Isa Genzken, Joris Ghekiere, Franciscus Gijsbrechts, Pierre Huyghe, Jonathan Johnson, Jacob Jordaens, On Kawara, Edward Kienholz, Jukka Korkeila, Dominik Lejman, Takashi Murakami, Nadia Naveau, Bruce Nauman, Johann Georg Pinsel, Sigmar Polke, Tobias Rehberger, Peter Paul Rubens, Yutaka Sone, Henri Storck, Piotr Talmachov, Pascale Marthine Tayou, Javier Téllez, David Gheron Tretiakoff, Dennis Tyfus, Anthony van Dyck, Jan Van Imschoot, Jan Vercruysse, Jack Whitten
Curator: Luc Tuymans
Het culturele stadsfestival Antwerpen Barok 2018. Rubens inspireert brengt hulde aan Peter Paul Rubens en zijn barokke, culturele nalatenschap. Tijdens het festival staan de schijnwerpers op Peter Paul Rubens, één van de meest invloedrijke kunstenaars ooit én de beroemdste inwoner van de stad Antwerpen. Hij verpersoonlijkt de barok en is een belangrijke bron van inspiratie voor hedendaagse kunstenaars en de atypische levensstijl van de stad Antwerpen en haar inwoners. Antwerpen Barok 2018. Rubens inspireert vertelt een verhaal over barok, vroeger en nu en brengt de historische barok in dialoog met hedendaagse kunst. Met het stad en de wereld als het decorum. Antwerpen Barok 2018. Rubens inspireert is een sleutelevenement in het kader van het Vlaamse Meestersprogramma van Toerisme Vlaanderen en belooft uitgesproken extravert te zijn en artistieke eigenzinnigheid met authentieke gastvrijheid te combineren.
Meer informatie op www.antwerpenbarok2018.be.
ÉRIC SUCHÈRE
Luc Tuymans on baroque
Barok. De term benoemt tegelijk een eenvoudig en een complex begrip. Complex als we denken aan het gebruik ervan in de kunstgeschiedenis. Eenvoudig als we denken aan de manier waarop we de term in de omgangstaal kunnen gebruiken zonder aan kunst te refereren, zoals we in andere situaties het woord surrealistisch als adjectief gebruiken. In de omgangstaal kan barok verwijzen naar iets dat onregelmatig, bizar, onverwacht is, maar ook meer algemeen naar iets dat excentriek, afwijkend is. Zo kan een situatie of misschien een personage, barok zijn. In de kunst verwijst de term barok zoals bekend naar een stijl, die op erg uiteenlopende manieren kan worden toegepast op architectuur, schilderkunst, muziek of literatuur. In de visuele kunsten betekent de term ‘de expressie van vitaliteit en beweging, door middel van dynamische composities en een gevarieerd palet’,(1) en dit met een grote artistieke vrijheid en ornamentele overdaad. Peter Paul Rubens fungeert dan als het paradigma van de barok, halfweg tussen het maniërisme en het rococo, met als hoogtepunt de 17de eeuw.
Na lange theoretische discussies echter – zowel steunend op Jacob Burckhardt als Heinrich WÖLFFLIN (RENAISSANCE UND BAROCK IN 1888) of Benedetto Croce (Storia dell’età barocca in Italia in 1929) –, wordt de term toegepast op zo uiteenlopende kunstenaars als Caravaggio, Rembrandt of Diego Vélasquez van wie het werk wordt gecontrasteerd met de classicistische helderheid.
Er zou een eerder sobere, naturalistische barok zijn – Caravaggio –, een lyrische en gedecentreerde barok – Rubens –, een elliptische barok – Vélasquez –, een meditatieve barok – Georges de La Tour –, of een barok van de lichteffecten en de picturale matière zoals bij Rembrandt. Deze uiteenlopende visies zijn belangrijk, want ze beïnvloeden de manier waarop Luc Tuymans, curator van Sanguine, de barok ziet en hoe deze esthetische stroming van een welbepaalde periode, in verband kan worden gebracht met de kunst van het einde van de 20ste en het begin van de 21ste eeuw.
Francisco de Zurbarán, the Martyrdom of Saint Sebastian Oil on canvas, 199,70 x 105,50 cm
Private collection | Musée national d'histoire et d'art Luxembourg
Dit speelt allemaal een rol aangezien de tentoonstelling, los van enkele werken van de 17de en 18de eeuw (Caravaggio, Adriaen Brouwers, Cornelis De Vos, Jacob Jordaens, Johann Georg Pinsel, Rubens, Anthony Van Dyck en Francisco de Zurbarán), vooral het werk toont van levende kunstenaars die in de strikte zin van het woord, moeilijk barok kunnen worden genoemd. Hun esthetica is bovendien erg uiteenlopend – wat hebben John Armleder, Isa Genzken en Pierre Huyghe gemeen? –, of op het eerste gezicht zelfs antithetisch aan dit concept – we denken aan Lili Dujourie of Jan Vercruysse. Ik denk dat we daarom moeten vertrekken van een werk dat voor de tentoonstelling gepland was, maar dat om redenen die er hier niet toe doen, niet te zien zal zijn, de David van Caravaggio, die dateert van 1609-1610 (2) – dus een van de laatste werken van de kunstenaar.
Pierre Huyghe, Human Mask 2014, video installation
Courtesy of the artist; Marian Goodman Gallery, New York; Hauser & Wirth, London; Esther Schipper, Berlin; and Anna Lena Films, Paris
David duikt op uit het duister, en betreedt ongetwijfeld de tent van Saul. Met zijn gestrekte linkerarm toont hij het bloedende hoofd van Goliath met open mond en ogen. In zijn rechterhand houdt hij een zwaard dat tot net onder zijn geslacht reikt. Hij kijkt naar het hoofd of lijkt in gedachten verzonken. Het is niet duidelijk of zijn gezicht strengheid of medegogen uitdrukt. De iconografische interpretatie van dit schilderij is bekend: de kop van Goliath zou een zelfportret zijn van de schilder, die hiermee bevestigt dat hij een boef is die door David, die de goddelijke gerechtigheid belichaamt, geëxecuteerd is. Met dit schilderij zou Caravaggio vergiffenis hebben gevraagd voor zijn fouten – de moord die hij had begaan. Eens we hebben kennis genomen van deze uitleg van het werk, gaat onze aandacht naar meerdere opvallende elementen van dit schilderij: de theatraliteit van het zwart, zoals in de meest werken van Caravaggio; de gewelddadigheid en het realisme van het afgehakte hoofd, wat evident is; het beperkte en economische kleurenpalet – dat Tuymans zeker zal aanspreken als we aan zijn werk denken –; de efficiëntie en een zekere koelheid in de picturale uitvoering – eveneens een kenmerk van de esthetica van Tuymans –; het gebrek aan pathos en een expressieve afstandelijkheid waarbij de nadruk ligt op de drapering die contrasteert met de gewelddadigheid van het beeld; en tot slot het permanente defocaliseren – een van de essentiële elementen van het werk van Tuymans. De blik aarzelt constant tussen het centrale punt van het doek, de kop van David op de punt van de driehoek van de compositie, en die van Goliath, excentrisch maar meer op de voorgrond; en tussen de schittering van de plooien van de driehoek van het hemd van David en de felle glans van het zwaard. Het schilderij bestaat uit drie blokken: het torso en de kop van David, zijn hemd en broek en de kop van Goliath, afgezonderd, gescheiden van het compacte blok dat wordt gevormd door de eerste twee. Alles wordt tegelijk met elkaar verbonden en weer losgemaakt in een schilderij dat bijna in de hedendaagse betekenis van de term een visuele montage is.
Vertrekkend van dit schilderij, kunnen we meerdere thema’s onderscheiden: theatraliteit van het geweld, realisme van de voorstelling, efficiëntie, koelheid en economie van de uitvoering, distantiëring van pathos en permanente defocalisering. Dit zijn wellicht niet al de thema’s waarop Tuymans zich heeft gebaseerd voor de samenstelling van zijn tentoonstelling, (3) maar ze bieden mogelijkheden om verbanden te leggen tussen de kunst van de 17de eeuw en die van onze tijd, zonder dat er sprake is van anachronisme of van een overdreven projectie van oude kunst op die van vandaag. Natuurlijk kunnen we nog andere thema’s de niëren op basis van de andere oude werken die in de tentoonstelling worden getoond. Zo zou het bijna ziekelijke en verontrustende verisme van de portretten van Adriaen Brouwers,
Jacob Jordaens, Studies van de kop van Abraham Grapheus 1620, 45,2 x 52 cm
Museum voor Schone Kunsten, Gent
Cornelis De Vos, Jacob Jordaens of Anthony Van Dyck een ander vertrekpunt kunnen vormen. Of de subtiele kleurverschillen en de ruimtelijke densiteit bij Rubens, of de permanente torsies en breuken in de guur en landschapselementen van Martelaarschap van Sint-Sebastiaan van Zurbarán. Al deze elementen maken de lezing en beschouwing van hedendaagse werken mogelijk. We zouden ook kunnen wijzen op visuele analogieën tussen werken die elkaar niet citeren, maar elkaars echo zijn. Zo kan Sleeper van Michaël Borremans doen denken aan Caravaggio, de Thanatophanies van On Kawara roepen Studies voor het portret van Abraham Grapheus van Jordaens voor de geest en de twee sculpturen van Pinsel vinden een bijna natuurlijke voortzetting in Deaf Ted Danoota & Me van Nadia Naveau. We kunnen die analogieën tussen oude en hedendaagse werken ook laten voor wat ze zijn en gewoon vaststellen dat de gebroken plans en diffracties in Circa Tabac van Carla Arocha en Stéphane Schraenen, en de permanente decentrering van de zichtassen, letterlijk aansluiten bij de barokesthetica. We zouden het ook kunnen hebben over de negatieve bijklank die deze term tot in het begin van de 20ste eeuw heeft gehad. Dat hij lange tijd werd gebruikt voor een zekere wansmaak, die we dan terugvinden in de kleverige ironie van Lanterna Magica van Sigmar Polke of in de bijtende (en decadente) humor van L’Adoration de François pour Judith van Jan Van Imschoot.
Nadia Naveau,
Deaf Ted, 2014, Figaro's Triumph, 2014, Collection Nadia Naveau & Base-Alpha Gallery
Roi je t'attends à Babylone, 2014, Collection Verhaeghe - Dewaele
Plaster, epoxy, plasticine
Jack Whitten, Miss Fancy Pants: My summer time kitty 2011, Acryl on canvas 170 x 170 cm
Private collection, Courtesy Zeno X Gallery, Antwerp
Misschien is het trouwens niet de bedoeling om de hele tijd per se een verband te zoeken tussen de barok van de 17de eeuw en de mogelijke verwijzingen ernaar in werk van de 21ste eeuw, maar veeleer een barok gevoel op te wekken over de kunst van onze tijd of erop te wijzen dat veel hedendaagse kunst barok kan genoemd worden in de algemene betekenis van het woord (onregelmatig, bizar, onverwacht, excentriek). Dat is het geval voor de schilderijen van Joris Ghekiere, de sculpturen van Yutaka Sone, de schilderijen van Jack Whitten of de tekeningen van David Gheron Tretiakof. Het is trouwens evident dat beide lezingen – de wetenschappelijke of de populaire – zowel tegelijk als afwisselend mogelijk zijn, en dat ze vermengd en gekruist kunnen worden of in verschillende gradaties aanwezig kunnen zijn. De vraag die de tentoonstelling stelt, betreft zowel de verschuiving als de frictie. De werken gaan een dialoog aan met elkaar en laten tegelijk een permanente splitsing toe wat betreft de betekenis van de tentoonstelling, wat betreft de betekenis van de term barok of de betekenis van de werken.
Michelangelo Merisi da Caravaggio, Fanciullo morso da un ramarro, ca.1596-1597, 65,8 x 52,3, Oil on canvas
Courtesy Fondazione di Studi di Storia dell’Arte Roberto Longhi di Firenze
Tot slot kunnen we het ook nog hebben over de titel van de tentoonstelling, om meer licht te werpen op het voorstel en de selectie van Luc Tuymans: Sanguine. Bloedrood. Natuurlijk doet dat meteen denken aan de gewelddadige theatraliteit van de schilderijen van Caravaggio, maar wat bloedrood is, is geen bloed, alleen maar een evocatie ervan. Er zal dus zowel geweld als de simulatie er- van zijn, zowel wreedheid als de enscenering ervan, een beetje valsheid en, laten we wel wezen, iets wat de barok grotendeels kenmerkt: een ietwat gekunstelde overdrijving van de feiten, dat wil zeggen, zowel de drang om een levendige indruk te wekken, als geaffecteerdheid of een technisch procedé dat met dat doel wordt gebruikt.
Berlinde De Bruyckere, In Flanders Field, 2000, horse skin, polyester, metal, plastic, blankets, dimensions variable
Collection M HKA/Museum of Contemporary Art/Flemish Community
Zowel geweld als een zich ervan distantiëren, zowel afgrijzen als de (zure) lach die erop volgt, zowel shock als afstand, zowel lyriek als zijn tegendeel – zoals onder meer terug te vinden in het werk van Ed Kienholz, Five Car Stud, of dat van Berlinde De Bruyckere, waarin de groteske een nachtmerrie is, waarin zowel realisme als leugen zit, waarin tegelijk illusie wordt gewekt en doorprikt, waarin we er niet in slagen om het reële van het arti ciële te onderscheiden, waarin scherpte pathos kan worden, waarin extase onbehagen kan zijn, waarin het werk constant heen en weer slingert tussen twee onverzoenlijke polen.
(1) Alain Mérot (red.), Histoire de l’art, 1000-2000, Véronique Gerard Powell, ‘Le XVIIe siècle’, Parijs, Hazan, 1995, p. 234.
(2) Tijdens een telefoongesprek heeft de kunstenaar mij gewezen op het belang van dit schilderij in het concept van de tentoonstelling.
(3) Het zijn de keuze van de kunstenaar en de eigenzinnige blik van de vakman die een rol spelen in de manier waarop hij verbanden legt.